Luisteren naar de stem van het kerkgebouw

Gepubliceerd door Patrick op

Een impressie van het symposium Liturgie+ – over de dynamische betekenis van het kerkgebouw

(door Anje de Heer)

Met grote regelmaat krijgen kerkgebouwen een nieuwe bestemming. Soms is er van kerk en kerkdiensten geen sprake meer, vaak gaat het vooral om allerlei vormen van nevengebruik. Wat heeft in deze gevallen de oorspronkelijke functie van het gebouw te zeggen, zeker als het kerkgebouw monumentale en architectonische betekenis heeft? 

Wederkerigheid is dan het sleutelwoord. Dat bleek bij het symposium Liturgie +.  De dynamische betekenis van het kerkgebouw , 12 oktober jl. Want in alle gevallen is er een belangrijke voorgegevenheid, namelijk dat het gebouw ontworpen is voor liturgie. Dat zit sowieso in de haarvaten van het gebouw. Als daar dan ook nog jaren, vaak zelfs eeuwen liturgisch gebruik aan toegevoegd is, is dat alleen maar sterker geworden. In woord en beeld verkenden de deelnemers het terrein. Prof. Dr. Bert Daelemans s.j. deed dat vanuit de invalshoek De mystagogie van het kerkgebouw. Hij werkte dat uit via de lijnen martyria/verkondiging, diaconia/dienen en leitourgia/vieren en kwam zo tot drie beelden: de kerk als cipres (verwijzend), als spanningsveld (de spanning tussen tijd en eeuwigheid) en als muziekinstrument (wat dóet de gemeenschap met het gebouw en hoe).

’s Middags kwamen verschillende voorbeelden uit de praktijk langs, namelijk de Stevenskerk in Nijmegen, drie Vlaamse kerken en de Oranjekerk in Amsterdam. Vooral de casussen van de Stevenskerk en de Oranjekerk lieten zien hoe de wisselwerking tussen liturgisch én ander gebruik in de praktijk gestalte kan krijgen. Enerzijds een monumentale stadskerk in beheer bij een stichting en werkend in goed overleg met het Oecumenisch Citypastoraat, anderzijds een wijkkerk midden in ‘de buurt’ (d.w.z. De Pijp in Amsterdam) met ruimte voor allerlei diaconale en andere maatschappelijk betrokken activiteiten. In beide gevallen is het kerkgebouw een volwaardige partner. 

Hoe belangrijk de visie van de eindverantwoordelijken is, werd zichtbaar in de typering van een aantal kerkelijke beleidsnota’s (Nederlandse bisschoppen, Vlaamse bisschoppen, Protestantse Kerk). De benadering kan louter functioneel zijn, er kan ook oog zijn voor het maatschappelijke karakter van het kerkgebouw, er kunnen tal van theologische perspectieven meespelen. 

De deelnemers aan het symposium vertegenwoordigden een breed spectrum. Zij kregen veel input en inspiratie en dat wat te merken aan de vele gesprekken in de wandelgangen. Ze gingen ook naar huis met veel vragen. Niet omdat er geen antwoorden werden gegeven, maar juist omdat de praktijk vraagt om verder door te denken. Geen situatie is hetzelfde, er is geen eenduidig antwoord. Maar dat het kerkgebouw in al die situaties op eigen wijze meespreekt is een belangrijk inzicht. Wordt die stem niet gehoord, of wordt die stem zelfs genegeerd, dan verspil je rijkdom, kapitaal en zeggingskracht.