Huisliturgie vitaal voor de toekomst van de Kerk!?

Gepubliceerd door Patrick op

Op 14 en 15 november j.l. vond in het Belgische Blankenberge het 67e Liturgisch Congres plaats. Dit jaar stond de huisliturgie centraal. Pieter Stevens, parochieassistent in Aalst (B) schreef onderstaand verslag.

‘Wees onze gast’

de titel van het congres is een citaat uit het zegeningsritueel voor een nieuwe woning, bij uitstek een vorm van ‘huisliturgie’. Natuurlijk is het gemeenschappelijk vieren van de eucharistie in de zondagse samenkomst ‘bron en hoogtepunt van het christelijk leven’ Toch is er geen tegenstelling tussen ‘kerkliturgie’ en ‘huisliturgie’.

In één of ander huis’

Tijdens de coronalockdowns werd het misschien pas echt zichtbaar: de gemeenschappelijke ‘kerkliturgie’ viel weg en velen gingen op zoek naar alternatieven. De tv-missen en internetvieringen boden een zeker gevoel van verbondenheid, een surrogaat voor het samen vieren. Maar het legde ook de vinger op de zere plek: velen van ons zijn verleerd om thuis samen liturgie te vieren en te bidden zonder de bemiddeling van een ‘vervang-mis’ via het scherm.

Nochtans zijn er heel wat vormen van ‘huisliturgie’ mogelijk, die tegelijk een voortzetting van en een voorbereiding kunnen zijn voor de gemeenschappelijke viering in de kerk. In de eerste eeuwen van het christendom kwamen de gelovigen immers “samen in één of ander huis” om psalmen en hymnen te zingen, God te danken en het brood met elkaar te breken (Hand 2, 42-47). Het christelijke gebedsleven speelde zich dus voor het grootste deel thuis af, in zogenaamde huiskerken. Ook in de middeleeuwen en in de moderne tijd (tot in de eerste helft van de 20ste eeuw) kenden de gelovigen een goedgevuld arsenaal aan gebedspraktijken die vooral in de huiskring plaatsvonden. Denk daarbij aan psalm- of brevierboeken, het rozenkransgebed, drie maal daags het angelus, de H. Hartdevotie, en allerhande vroomheidsoefeningen die het ritme van de dagen en de jaren accentueerden. 

‘Bid onophoudelijk’

Volgens het Tweede Vaticaans Concilie valt het aan te bevelen dat alle gelovigen regelmatig het getijdengebed van de Kerk zouden bidden, thuis zowel als in parochieverband. Een generatie geleden – vóór de opkomst van de tv –  werd in vele huisgezinnen een dagelijkse rozenkrans gebeden. Denk ook aan het tafelgebed bij de gezinsmaaltijd of het kruisje en weesgegroetje voor het slapengaan, en de zegeningen die op hoogte- en dieptepunten van het leven of van het liturgisch jaar kunnen worden uitgesproken: bij de adventskrans, kerstkribbe of Driekoningen … bij een verloving, zwangerschap of reis … Ook ziekencommunie en ziekenzalving zijn belangrijke vormen van huisliturgie. Vandaag zou je daar nog kunnen aan toevoegen: een Godly Play-verhaal beleven met de kleintjes, samen voorlezen uit de Schrift of mediteren met een inspirerende podcast …

Schroom overwinnen

Met het oog op een toekomst waarin priesters schaars worden en we spaarzamer omgaan met de eucharistie, zullen we misschien het “samenkomen in één of ander huis” moeten herontdekken maar ook onze schroom overwinnen om samen met onze huisgenoten regelmatig te bidden en rituelen te beleven. Een gebedshoekje, met een kaars, een kruis, Mariabeeld of icoon kan daarbij een hulp zijn. Zeker de komende advents- en kersttijd biedt kansen om ook met kinderen de kerstverwachting een plaats te geven in het gezin. 

Ook in de parochies ligt wellicht een opdracht om gelovigen beter vertrouwd te maken met het getijdengebed (en andere vormen) om af te kicken van onze eucharistitis. Waarom op bepaalde feestdagen of in de sterke tijden geen vespers zingen of experimenteren met psalmgebed, het Jezusgebed of Godly Play? Dit is meer dan enkele verouderde vormen van volksvroomheid. Hierin liggen kansen om een echte lekenspiritualiteit te ontwikkelen die aansluit bij de huidige verschuivingen in het Europese kerklandschap.

Joodse wortels

Vele van onze christelijke gebedspraktijken zijn afgeleid van de joodse gebruiken. Ook Jezus en zijn leerlingen waren er immers mee vertrouwd. Daarom was een van de gastsprekers op het Liturgisch congres, rabbijn Moshe Mund. Hij ziet het dagelijkse loven, danken en zegenen van God niet noodzakelijk als huisliturgie maar als liturgie “voor overal en altijd”. 

“… Leer het aan je kinderen en praat erover, als je thuis bent of onderweg, als je naar bed gaat en als je opstaat” (Deut 6).

Een belangrijke plaats in het spirituele leven van een joods gezin is weggelegd voor de sabbat, een wekelijkse kans om de band met God (en het gezin) te versterken. Het is telkens een emotioneel moment wanneer de vrouw des huizes de sabbatkaarsen ontsteekt en voorbidt:

Gezegend zijt Gij, God onze Heer, Koning van de wereld, 
die ons door de geboden hebt geheiligd …”.

Waarna de vader des huizes de beker met wijn neemt en bidt:

“Gezegend zijt Gij … die ons de vruchten van de wijnstok schenkt”.

Herkenbaar? Kunnen we iets leren van het enthousiasme en de consistentie waarmee joden hun geloof integreren in het leven van alledag en al meer dan tweeduizend jaar religieuze tradities doorgeven aan hun kinderen?

Het leven zelf tot zegen maken

Een orthodoxe jood bidt doorgaans, van ’s morgen tot ’s avonds een minimum van honderd zegengebeden doorheen de dag. Daarover zei de rabbijn: 

“Telkens een dankgebed uitspreken over alle dingen van het leven, is de beste manier om het leven tot een zegen te maken.”

Het is misschien een goed tegengif voor de ‘cultuur van overvloed’ en ‘nooit genoeg’ waarmee we dagelijks worden overspoeld.

Categorieën: Nieuws